‘’In het sociaal domein lopen gemeenten grote financiële risico’s. Doorgaans gaat een substantieel deel van de totale gemeentelijke begroting rond in dit werkveld. Een werkveld met mensen, complexe problematieken en vele uitzonderingen. In de praktijk merk ik dat dit domein vaak een beetje vergeten wordt. Niet als het gaat om de hoge kosten, maar wel als het gaat om een efficiënte informatiehuishouding. En dat is nergens voor nodig want de processen binnen het sociaal domein kunnen net zo goed efficiënt ingericht worden.’’
‘’Ja, het kan ingewikkeld zijn, maar dat hoeft zeker niet. In sommige gevallen kan gevraagde stuurinformatie voor je gevoel haaks staan op het doel van de hulpverleners, namelijk mensen helpen. Zodra je hier samen over in gesprek gaat, ontdek je dat deze werelden dichterbij elkaar liggen dan ooit te voren. Hulpverleners hebben in zekere zin last van het wijzende vingertje vanuit de gemeente dat zij zoveel dure zorg inzetten. Maar wat als je met cijfers kunt aantonen dat 75% van de hulpvragen ondervangen wordt door hen zelf zónder dat hier dure vormen van zorg voor nodig zijn?’’
‘’Zeker weten. Doorgaans weten we eigenlijk veel te weinig van wat zich nu eigenlijk afspeelt binnen dit domein. Iedere inwoner is uniek en elke vraag weer anders. Er moet kritisch naar de processen gekeken worden. Zeker waar we denken dat er geen proces mogelijk is. Daarbij zijn hulpverleners geen administratieve krachten dus het moet wel zo eenvoudig mogelijk zijn. Enerzijds moet het de hulpverleners ondersteunen in hun werk, anderzijds moet er informatie beschikbaar komen. Ook merk ik dat er binnen de informatiehuishouding in het sociaal domein veel achterstand is, omdat het binnen projecten vaak als vreemde eend bestempeld wordt en buiten scope is geplaatst.’’
‘’Allereerst, wees niet bang maar ga juist in het sociaal domein aan de slag. Zoek uit wat je uiteindelijk wilt weten, ga in gesprek met hulpverleners over hoe zij hun werk doen, wees nieuwsgierig, bekijk het als buitenstaander. Er is veel te doen maar ook zóveel te winnen. Zo heb ik er zelf bij de gemeenten Ommen en Hardenberg gekozen om twee sporen te bewandelen en die daarna met elkaar te verenigen. Enerzijds het spoor om uit te zoeken hoe de generalisten werken, hoe dit proces ingericht kan worden, de administratieve last verminderd kan worden én hoe het systeem optimaal ondersteunend ingericht kan worden. Anderzijds het spoor om KPI’s te concretiseren. Wát willen we nu precies weten en waarom? Wat gaan we er mee doen? Hoe en door wie worden de cijfers geïnterpreteerd? Daarna heb ik deze sporen samen laten komen door uit te puzzelen welke informatie waar in het proces gelogd moet worden, om de beoogde resultaten te bereiken. Belangrijk aspect hierbij is ook om oog te houden voor zo veel mogelijk administratieve verlichting voor de generalisten. Door het proces en het systeem slim in te richten komt er stuurinformatie vrij zonder dat de generalisten hier veel extra werk voor hoeven doen. Een mooie win-winsituatie dus.‘’
‘’Continue communicatie en afstemming! Daarbij is een goede vertaling van hoe de werkvloer werkt en wat het management inzichtelijk wil hebben ontzettend belangrijk. En het bijkomend resultaat? De hulpverleners kunnen bewuster werken doordat zij ook toegang hebben tot de gegenereerde informatie. Zo helpt de informatiehuishouding ook in de weg naar passend en slim indiceren.’’